Tweede taal Engels voor ‘non-natives’ uit N. en Z. Europa
Een tweede taal leren, dat klinkt voor ons als een vanzelfsprekendheid. Op de Europese school in Brussel, is het een noodzaak. Elf verschillende talen en culturen zitten dag in dag uit met elkaar in de klas en krijgen les in hun tweede taal. Hoe speelt een docent daar op in? Wij vragen ons af hoe een interactieuitleg verschilt tussen docent en leerling in een tweede taal Engelse les voor ‘non-natives’ van Noord en Zuid Europese afkomst? Tijdens het analyseren van de transcripten, kwamen we er al vrij snel achter dat deze interactieuitleg verschilt tussen Noord en Zuid Europeanen. Lag dit aan het cultuurverschil of aan het taalniveau? Na het uitvoeren van een ‘Cloze test’ wat ons onderzoek verduidelijkte, kwamen wij erachter dat er een duidelijk taalniveau verschil in de klas aanwezig was. De Zuid Europeaanse leerlingen liepen achter op de Noord Europeaanse. Dit terwijl de klassen oorspronkelijk op taalkundigheid zijn ingedeeld. De lessen kunnen dus veel effectiever en efficiënter zijn door middel van het uitvoeren van een ‘Cloze test’ in plaats van de conclusie trekken dat het aan een cultuurverschil ligt.